英文.... | Refers to one of the three major phases of the Gansu culture, dating from ca. 2000 to ca. 1600 BCE; it is approximately contemporary with the later phases of the Longshan culture to the east. Qijia, discovered by the Swedish archaeologist Johan Gunnar Andersson in 1923, is named after a site at Qijiaping in Guanghe county in eastern Gansu province; the culture also extended into western Qinghai province and the autonomous regions of Ningxia and Inner Mongolia. Qijia-phase pottery includes grey and red earthenware that is smooth, painted, or corded. Vessel profiles are more angular and forms such as pedestal vessels indicate increased cross-fertilization of traditions throughout China from ca. 2000 BCE. Some copper artifacts have been excavated as well. Burials were furnished with such gifts as bone and stone tools, pottery vessels, ornaments, and oracle bones. |
荷蘭語.... | Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 2000 tot circa 1600 v. Chr.; deze fase valt ongeveer samen met de latere fasen van de Longshan-cultuur in het oosten. Qijia werd in 1923 ontdekt door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson, en is genoemd naar de vindplaats in Qijiaping in het gewest Guanghe, in het oosten van de provincie Gansu; de cultuur was verbreid tot in het westen van de provincie Qinghai en de autonome regio's Ningxia en Binnen-Mongolië. Aardewerk uit de Qijia-fase omvat grijs en rood aardewerk dat glad, beschilderd of corded is. De profielen van het vaatwerk zijn hoekiger, en vormen zoals postamentvormige voeten duiden erop dat er vanaf 2000 v. Chr. een kruisbestuiving heeft plaatsgevonden met andere tradities uit alle delen van China. Er zijn ook enige koperen artefacten opgegraven. Bij de begrafenis werden giften meegegeven zoals gereedschap van been of steen, aardewerken vaatwerk, ornamenten en orakelbenen. |
西班牙語.... | Refierese a una de las tres fases principales de la cultura de Gansu, fechando a partir de ca. 2000 a ca. 1600 A.c. aproximadamente contemporánea con las fases más últimas de la cultura de Longshan al este. Qijia, descubierto por el arqueólogo sueco J. Gunnar Andersson en 1923. La cultura también extendió a la provincia occidental de Qinghai y las regiones autónomas de Ningxia y de Mongolia interna. La cerámica de la Qijia incluye loza de barro gris y roja que es lisa y también pintada. Los perfiles del recipiente son más angulares y las formas tales como recipientes del pedestal indican un signo usado por este grupo. Algunos artefactos de cobre se han encontrado también. Los entierros fueron equipados con las herramientas del hueso y de la piedra, recipientes de cerámica, ornamentos, y los huesos de oráculo. |
齊家文化............ | [AS-Academia Sinica] |
................. | 故宮後設資料需求規格書 18 |
................. | 大英百科全書線上繁體中文版 February 21, 2012 |
................. | 中國大百科全書智慧藏網 February 21, 2012 |
................. | 故宮學術季刊(第六卷第十期) 93 |
Qijia............ | [VP] |
................. | Grove Dictionary of Art online (1999-2002) accessed 20 Apr 2004; accessed 16 Apr 2004 |
................. | TAA database (2000-) |
................. | AATA database (1995-) 149437 checked 26 January 2012 |
................. | AAT-Ned (1994-) |
Ch'i-chia............ | [VP] |
................. | Grove Dictionary of Art online (1999-2002) accessed 20 Apr 2004; accessed 16 Apr 2004 |
................. | Chang, Archaeology of Ancient China (1977) 523 |
Subject:............ | [Bureau AAT] |
................. | AATA database (1995-) 149437 checked 26 January 2012 |
................. | Bureau AAT, RKD |