英文.... | Refers to a Chinese dynastic style and period dating to 1279 to 1368. The dynasty was founded by the Mongol Kublai Khan (reigned 1260-1294), reuniting all of China into a empire that extended west as far as modern Poland and Hungary. While not great patrons of the arts, by reuniting China, expanding trade, and by not imposing stylistic demands, different traditions and influences were brought together and freely used. Innovations occurred particularly in the applied arts of porcelain and lacquer. During this time the Silk Route was reopened and Europe's interest in China began to develop. In response to foreign domination, educated Chinese withdrew into tradtions of their native past, with many scholars rejecting government service. The school of literati painting became dominant in the realm of painting, with artists emphasizing individual and calligraphic expression in contrast to the decorativeness of official painting. The most important Yuan masters were Huang Gongwang, Wu Zhen, Ni Zan, and Wang Meng, all of whom were literati objectors to Mongol rule. A noteworthy exception was Zhao Mengu, the most important Yüan calligrapher, who served the Mongols and was president of the Hanlin Academy. In the realm of ceramics, Middle Eastern influence stimulated exuberant blue-and-white decoration; Middle Eastern merchants also commissioned enormous Longquan celadons. Much Buddhist sculpture was commissioned during the Yüan period, with Tantric, multi-limbed figures revealing the Mongol preference for the lamaist art of Nepal and Tibet. The chiselling technique in silverwork, associated with the silversmith Zhu Bishan, developed at this time; Yüan carved lacquer was also produced. The Mongols made contributions to architecture, with the buildings of Beijing, the Mongol capital, built on a grand and massive scale; the city plan was adapted by the later Ming and Qing dynasties. The Yüan dynasty declined after the death of Kublai Khan. |
荷蘭語.... | Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1279 en 1368. De dynastie werd gesticht door de Mogol Kublai Khan (heerste van 1260-1294), die heel China verenigde tot een rijk dat zich naar het westen toe uitstrekte tot de gebieden van het huidige Polen en Hongarije. Hoewel er geen sprake was van een belangrijk kunstmecenaat, leidden de hereniging van China, de uitbreiding van de handel en het ontbreken van stilistische beperkingen tot een samengaan en vrijelijk toepassen van allerlei tradities en invloeden. Met name in de toegepaste kunst - porselein en lakwerk - deden tal van vernieuwingen hun intrede. Gedurende deze periode werd de Zijderoute weer geopend en ontkiemde de Europese belangstelling voor China. Als reactie op de buitenlandse overheersing vluchtten de geschoolde Chinezen in de oude tradities, terwijl veel geleerden weigerden in overheidsdienst te treden. De school van literati-schilderen ging een dominante rol spelen in de schilderkunst, en kunstenaars legden nu de nadruk op de individuele en kalligrafische expressie; ze zetten zich daarmee af tegen het decoratieve karakter van de officiële schilderkunst. De belangrijkste meesters van de Yuan-stijl waren Huang Gongwang, Wu Zhen, Ni Zan en Wang Meng, allen literati die zich verzetten tegen de Mongoolse overheersing. Een belangrijke uitzondering werd gevormd door de voornaamste Yuan-kalligraaf Zhao Mengu, die voor de Mongolen werkten en aan het hoofd stond van de Hanlin-academie. Op keramisch gebied leidden invloeden uit het Midden-Oosten tot overdadige, in blauw en wit uitgevoerde decoraties; kooplieden uit het Midden-Oosten gaven daarnaast opdrachten voor enorme Longquan-celadons. De Yuan-periode bracht ook tal van opdrachten voor boeddhistische beeldhouwwerken: tantrische figuren met meerdere armen en benen, een bewijs van de Mongoolse voorkeur voor de lamakunst van Nepal en Tibet. Ook de ciseleertechniek in zilverwerk, die wordt geassocieerd met de zilversmid Zhu Bishan, komt in deze periode tot ontwikkeling; ten slotte werd er beeldgesneden Yuan-lakwerk geproduceerd. Voorbeelden van Mongoolse bijdragen aan de architectuur zijn de omvangrijke gebouwen die op grote schaal verrezen in Beijing, de hoofdstad van de Mongolen; het stedelijk ontwerp werd later aangepast tijdens de Ming- en Qing-dynastie. Na de dood van Kublai Khan raakte de Yuan-dynastie in verval. |
西班牙語.... | Refiere a un estilo y a un período dinástico chino desde a 1279 a 1368. La dinastía fue fundada por el Kublai Mongol Khan (reinado 1260-1294), juntándose toda la China en un imperio que se extendió al oeste hasta Polonia y Hungría modernas. Las innovaciones ocurrieron particularmente en las artes aplicadas de la porcelana y de la laca. Durante este tiempo la ruta de seda fue abierta de nuevo y el interés de Europa en China comenzó a verse. En respuesta a la dominación extranjera, el chino educado se retiró a sus tradiciones, pero muchos de sus más eruditos rechazaron servir al gobierno. La escuela de la pintura literaria llegó a ser dominante en el reino de la pintura, con los artistas acentuando la expresión individual y caligráfica en contraste con el decorativismo de la pintura oficial. Los señores más importantes de Yuan eran Huang Gongwang, Wu Zhen, Ni Zan, y Wang Meng, todos detractores de los mongoles. Una excepción significativa era Zhao Mengu, el calígrafo más importante de Yüan, que sirvió a Mongoles y era presidente de la academia de Hanlin. En el reino de la cerámica, la influencia medio-oriental estimuló la decoración azul-y-blanca exuberante. Había diseños que revelaban la preferencia Mongol en el arte del lama de Nepal y de Tíbet. Los Mongoles hicieron contribuciones a la arquitectura, con los edificios de Beijing, capital Mongol, construido en una escala magnífica y masiva; el plan de la ciudad fue adaptado por las dinastías más últimas de Ming y de Qing. La dinastía de Yüan declinó después de la muerte de Kublai Khan. |
元(朝代)............ | [AS-Academia Sinica] |
................. | 大英百科全書線上繁體中文版 February 23, 2012 |
................. | 中國文物語匯 195 |
................. | 中國大百科全書智慧藏網 February 23, 2012 |
................. | 漢英文物考古詞匯 385 |
元朝............ | [AS-Academia Sinica] |
................. | 故宮後設資料需求規格書 41 |
................. | 大英視覺藝術百科全書 Vol. 9, 195 |
Yüan............ | [VP] |
................. | Sickman and Soper, Art and Architecture of China (1971) 17 |
................. | Miyagawa, Chinese Painting (1983) 217 |
................. | Honey, Ceramic Art of China (1954) 226 |
................. | Lee, History of Far Eastern Art (1982) 13 |
................. | Sullivan, Arts of China (1973) 10 |
................. | Vandier-Nicolas, Chinese Painting (1983) 255 |
................. | Avery Index (1963-) (source AAT) - subhead. |
................. | TAA database (2000-) |
Yuan............ | [VP] |
................. | Encarta Encyclopedia (2004) "Chinese Art and Architecture" |
................. | Grove Art Online (2003-2008) accessed 3 May 2004 |
................. | AAT-Ned (1994-) |
yuan............ | [CDBP-DIBAM] |
................. | Pinto, Historia de las grandes Civilizaciones (1984) IV:212 |
Subject:............ | [Bureau AAT] |
................. | Kunstschatten uit China (1982) |