英文.... | Refers to the period of the Zhou dynasty from 771 to 256 BCE. It has two further subdivisions, Spring and Autumn Annals period and the Warring States period; the exact dating of these periods is debated amongst scholars. The Eastern Zhou period is said to have begun when the Zhou, fleeing attacking tribes, moved their capital from Xi'an to Luoyang in 771 BCE. This geographical break with the preceding Shang dynasty was reflected in the art of the Eastern Zhou period. Late Eastern Zhou art, in particular, displays a remarkable diversity and skill. Low-fired burial figurines (mingqi) were used more, possibly influenced by Confucian dictum against human sacrifice. Low-fired green lead-glazed wares, soft, polished black wares, and some high-fired glazed wares were made in the Eastern Zhou period. Brightly painted ceramics were made to imitate newly popular lacquerware while other ceramics were made to imitate bronzes. Molded and decorated ceramic tiles and bricks were produced. Jade carving, which had decreased in the Western Zhou period, became important again as burial objects and objects of personal adornment. Bronzes became more secular and were often given as wedding presents for household decoration. Bronze bells and mirrors became popular. Totemic animals and monsters were replaced by colorful, formalized decorative schemes. The earliest examples of paintings on silk have been discovered in Eastern Zhou tombs. Precursors of the burial pottery of the Han and Tang dynasties have also been found. |
荷蘭語.... | Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van 771 tot 256 v. Chr. Deze periode heeft twee subdivisies, de periode van de Lente en Herfst-annalen en de periode van de Strijdende Staten. De exacte datering van deze perioden is onderwerp van debat onder onderzoekers. Men zegt wel dat de Oostelijke Zhou-periode is begonnen toen de Zhou, die op de vlucht waren voor aanvallende stammen, hun hoofdstad verplaatsten van Xi'an naar Luoyang in 771 v. Chr. Deze geografische breuk met de voorafgaande Shang-dynastie werd weerspiegeld in de kunst van de Oostelijke Zhou-periode. Met name late Oostelijke Zhou-kunst wordt gekenmerkt door een opmerkelijke variatie en vakbekwaamheid. Op een laag vuur gebakken grafbeeldjes (mingqi) werden vaker gebruikt, mogelijk onder invloed van een Confuciaans dictum tegen menselijke offers. Op een laag vuur gebakken groen, loodgeglazuurd aardewerk, zacht, gepolijst zwart aardewerk en op een hoog vuur gebakken geglazuurd aardewerk werd vervaardigd tijdens de Oostelijke Zhou-periode. Helder beschilderd keramiek werd vervaardigd als imitatie van het in die periode recentelijk populair geworden lakwerk, terwijl ander keramiek werd vervaardigd als imitatie van bronzen voorwerpen. Er werden met behulp van een mal vervaardigde en versierde keramiektegels en stenen geproduceerd. Jadesnijwerk, dat minder werd toegepast tijdens de Westerse Zhou-periode, werd weer belangrijk bij grafobjecten en objecten voor persoonlijke versiering. Bronzen kregen een wereldlijker karakter en werden vaak als huwelijkscadeau gegeven ter verfraaiing van het woonhuis. Bronzen bellen en spiegels werden populair. Totemistische dieren en monsters werden verdrongen door kleurrijke, geformaliseerde decoratieve ontwerpen. De vroegste voorbeelden van schilderingen op zijde zijn ontdekt in graftomben uit de Oostelijke Zhou-periode. Voorlopers van het grafaardewerk van de Han- en Tang-dynastieën zijn eveneens aangetroffen. |
西班牙語.... | Se refiere al período de la dinastía de Zhou a partir del 771 a 256 a.C. Tiene dos subdivisiones más, el período de los anales de primavera y del otoño y el período de los estados en guerrea; el fechado exacto de estos períodos se discute entre los eruditos. El período del este de Zhou se dice haber comenzado con las tribus que atacaban el huir. Esta movió su capital desde Xi'an a Luoyang en 771 a.C. Esta rotura geográfica con la dinastía precedente de Shang fue reflejada en el arte del período del este de Zhou. El último arte del este de Zhou, particularmente, exhibe una diversidad y una habilidad notables. Las figuras de entierro fueron utilizadas más, influenciado posiblemente por Confucio. La cerámica brillantemente pintada fue hecha para imitar nuevamente el laqueado popular mientras que la otra cerámica fue hecha para imitar a los bronces. Las baldosas cerámicas y los ladrillos moldeados y adornados fueron también producidos. El Jade que tallaban, había disminuido en el período occidental de Zhou, llegó a ser importante otra vez como objetos del entierro y objetos del adorno personal. Los bronces llegaron a ser más seculares y fueron dados a menudo con la boda para la decoración de la casa. Las campanas y los espejos de bronce llegaron a ser populares. Los animales y a los monstruos de Totemic substituyeron esquemas decorativos coloridos y formalizados. Los ejemplos más tempranos de pinturas en la seda se han descubierto en las tumbas del este de Zhou. |
東周............ | [AS-Academia Sinica] |
................. | 中國文物語匯 p. 194 |
................. | 漢英文物考古詞匯 p. 384 |
................. | 國立故宮博物院網站(英文版) February 22, 2012 |
Eastern Zhou............ | [VP] |
................. | Fong, Great Bronze Age of China (1980) xv |
................. | Lee, History of Far Eastern Art (1982) 13 |
................. | Rawson, Ancient China (1980) 131 |
................. | Grove Dictionary of Art online (1999-2002) accessed 12 Apr 2004 |
................. | Encarta Encyclopedia (2004) "Chinese Art and Architecture" |
Chou, Eastern............ | [VP] |
................. | Getty Vocabulary Program rules |
Eastern Chou............ | [VP] |
................. | Sickman and Soper, Art and Architecture of China (1971) 16 |
................. | Chang, Archaeology of Ancient China (1963) 331 |
................. | Sullivan, Arts of China (1973) 10 |
Zhou, Eastern............ | [VP] |
................. | Getty Vocabulary Program rules |
Oostelijke Zhou............ | [Bureau AAT] |
................. | AAT-Ned (1994-) |
Zhou oriental............ | [CDBP-DIBAM] |
................. | Tregear, El Arte Chino (1991) 9 |
................. | Alcina Franch, Diccionario de Arqueología (1998) 837 |
Subject:............ | [Bureau AAT] |
................. | Kunstschatten uit China (1982) |