preceded.... | 後唐 |
英文.... | Refers to a Chinese dynasty of the period 618 to 907 CE, a time considered one of the most brilliant in Chinese history. China flourished as a stable, consolidated empire and the resulting prosperity and patronage created a Golden Age of Chinese painting, metalwork, ceramics, music, and poetry. Chang'an, with its masterful urban planning, remained the main Tang capital and a world center. Taizong (reigned 626-649) and Xuanzong (reigned 712-756) were important Tang rulers and patrons. Buddhism remained influential although it suffered periods of persecution during the Tang dynasty. Paintings from the caves at Dunhuang and stone pagodas such as the Great Wild Goose Pagoda (ca. 652) and the Small Wild Goose Pagoda (ca. 707) in Chang'an have survived. Monumental stone sculpture of the northern provinces displays the new tendency toward fuller, more sensual figures. This tendency also found in secular Tang sculpture, both stone and ceramic. The merging of Indian and Chinese sculpture styles is seen at the cave at Mt. Tianlong, created under the patronage of Empress Wu Zetian (reigned 690-705). Painting, which flourished during the Tang, was dominated by the secular landscape tradition. Li Sixum and Li Zhaodao, father and son, and Wang Wei are three painters' names known to us; probable copies of their work exist. Wang Wei's work, influential for later artists, was intimate and melancholy while the work of Li Sixum and Li Zhaodao features the bright greens and blues of many Tang landscapes. Chinese portrait painting, begun in the Han dynasty, was refined in the Tang by such artists as Wu Daozi. Tang ceramics include sancai earthenware figurines and vessels, typically used as tomb objects, white porcellanous wares such as the well-known Xing ware of Henan province, and the jadelike Yue celadons of Zhejiang province. The use of metal oxides in underglaze decoration was developed in Hunan and Sichuanh provinces and porcelain, although not fully exploited until later, has its origins in the Tang period. Tang decorative arts were influenced by Middle Eastern and other foreign trends during the Tang dynasty, leading to new styles in ceramics and metalwork. For instance, colorful glazed earthenware objects such as ewers and rhytons were made to resemble Persian silverwork and Persian weft patterning were introduced to Chinese textiles. China, in turn, exported its pottery, silk, and printing and paper technology. The Tang dynasty was succeeded by the Later Liang dynasty. |
荷蘭語.... | Verwijst naar een Chinese dynastie die heeft bestaan van 618 tot 907 n. Chr., een periode welke tot de hoogtijdagen van de Chinese geschiedenis wordt gerekend. China bloeide als een stabiel en tot een eenheid gesmeed rijk, en de welvaart en het actieve mecenaat welke daaruit voortvloeiden, leidden tot een Gouden Eeuw op het gebied van Chinese schilderkunst, metaalwerk, keramiek, muziek en poëzie. Chang'an, een briljant stedelijk ontwerp, bleef de hoofdstad van de Tang en was de metropool van zijn tijd. Belangrijke Tang-heersers en opdrachtgevers waren Taizong (heerste van 626-649) en Xuanzong (heerste van 712-756). Het boeddhisme bleef invloedrijk, maar de Tang-dynastie kende ook perioden van vervolging. Grotschilderingen in Dunhuang en stenen pagodes zoals de Grote Wilde Gans-pagode (circa 652) en de Kleine Wilde Gans-pagode (circa 707) in Chang'an zijn bewaard gebleven. Monumentale stenen beeldhouwwerken in de noordelijke provincies geven blijk van een nieuwe ontwikkeling in de richting van volumineuzere, sensuelere figuren. Deze ontwikkeling is eveneens te herkennen in de wereldlijke Tang-beeldhouwwerken, zowel in steen als in keramiek. Een voorbeeld van synthese tussen Indiase en Chinese beeldhouwstijlen is te vinden in de grot van de berg Tianlong, in een reeks werken die tot stand kwam onder het mecenaat van keizerin Wu Zetian (heerste van 690-705). De schilderkunst beleefde een bloeiperiode tijdens de Tang-periode en werd gedomineerd door de wereldlijke landschapstraditie. Li Sixum en Li Zhaodao, vader en zoon, en Wang Wei zijn de namen van drie schilders die ons zijn overgeleverd, en er zijn vermoedelijk ook exemplaren van hun werk bewaard gebleven. Het werk van Wang Wei, dat latere kunstenaars heeft beïnvloed, had een intieme, melancholische uitstraling, terwijl het werk van Li Sixum en Li Zhaodao wordt gekenmerkt door de heldere tinten groen en blauw die wij kennen van de talrijke Tang-landschappen. De Chinese portretschilderkunst, welke zijn oorsprong heeft in de Han-dynastie, bereikte tijdens de Tang-periode een hogere graad van verfijning dankzij kunstenaars als Wu Daozi. De Tang-keramiek omvatte beeldjes en vaten van sancai-aardewerk, meestal als grafgift bedoeld, wit porselein, zoals het bekende Xing-aardewerk uit de provincie Henan, en de jadeachtige Yue-celadons uit de provincie Zhejiang. Het gebruik van metaaloxiden voor ondergeglazuurde decoraties werd ontwikkeld in de provincie Hunan en Sechuan, terwijl het porselein - dat overigens pas later op grote schaal werd toegepast - zijn oorsprong heeft in de Tang-periode. De decoratieve kunsten tijdens de Tang-dynastie stonden onder invloed van het Midden-Oosten en andere verre streken, hetgeen leidde tot nieuwe stijlen op het gebied van keramiek en metaalwerk. Zo werden er kleurige geglazuurde objecten van aardewerk vervaardigd, bijvoorbeeld kannen en rytons, als bewuste imitaties van Perzisch zilverwerk, terwijl Perzische inslagpatronen hun intrede deden in de Chinese textielindustrie. China voerde op zijn beurt aardewerk, zijde en druk- en papiertechnieken uit. De Tang-dynastie werd opgevolgd door de Late Liang-dynastie. |
唐(中國風格)............ | [AS-Academia Sinica] |
................. | 牛津當代大辭典 1866 |
................. | 中國文物語匯 195 |
................. | 漢英文物考古詞匯 385 |
................. | 國立故宮博物院網站(英文版) February 23, 2012 |
唐朝............ | [AS-Academia Sinica] |
................. | 故宮後設資料需求規格書 40 |
................. | 教育部重編國語辭典修訂本 September 14, 2012 |
Tang(Chinese style)............ | [VP] |
................. | Miyagawa, Chinese Painting (1983) 214 |
................. | Lee, History of Far Eastern Art (1982) 13 |
................. | Vandier-Nicolas, Chinese Painting (1983) 255 |
................. | Grove Dictionary of Art online (1999-2002) accessed 14 Apr 2004 |
................. | Avery Index (1963-) (source AAT) - subhead. |
................. | Clunas, Art in China (1997) 17 |
................. | Encarta Encyclopedia (2004) "Chinese Art and Architecture" |
................. | Tregear, El Arte Chino (1991) 10 |
................. | Stanley-Baker, Arte Japonés (2000) 35 |
................. | AATA database (1995-) 129541 checked 26 January 2012 |
................. | AAT-Ned (1994-) |
T'ang(Chinese style)............ | [VP] |
................. | Sickman and Soper, Art and Architecture of China (1971) 16 |
................. | Chang, Archaeology of Ancient China (1963) 343 |
................. | Honey, Ceramic Art of China (1954) 236 |
................. | Sullivan, Arts of China (1973) 10 |
Subject:............ | [Bureau AAT] |
................. | CDMARC Subjects: LCSH (1988-) China--History--T'ang dynasty |
................. | AATA database (1995-) 129541 checked 26 January 2012 |
................. | Kunstschatten uit China (1982) |